Veel zorgprofessionals vinden het moeilijk om seksualiteit te bespreken. Het onderwerp zit in de taboesfeer, zowel bij de patiënt als bij de zorgverlener. Toch is het de taak van diabetesverpleegkundigen om seksuele problemen bij patiënten te signaleren en te bespreken. De richtlijn en toolkit van de V&VN ‘Veranderende seksuele gezondheid’ kan je helpen dit taboe te doorbreken.

Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 70% van de mensen met diabetes seksuele problemen ervaart. Deze problemen kunnen variëren van erectiestoornissen bij mannen tot vaginale droogheid bij vrouwen, en worden vaak veroorzaakt door beschadigde bloedvaten en zenuwen als gevolg van diabetes. Daarnaast kunnen psychologische factoren, zoals onzekerheid en stress, een rol spelen bij het ontstaan van seksuele problemen bij mensen met diabetes (Diabetes Fonds en Diabetesvereniging Nederland).
Richtlijn en toolkit
De afgelopen drie jaar ben ik samen met een multidisciplinair team betrokken geweest bij het ontwikkelen van de richtlijn en toolkit ‘Veranderende seksuele gezondheid’. De richtlijn kwam tot stand in opdracht van V&VN en ZonMw en is ontwikkeld in samenwerking met het Trimbos-instituut en Rutgers. De richtlijn biedt kennis over seksualiteit en aanbevelingen voor het bespreekbaar maken en signaleren van problemen als gevolg van veranderd seksueel functioneren. Daarnaast geeft de richtlijn informatie over het interveniëren en het evalueren van deze interventies, en het zo nodig verwijzen naar andere zorg.
Behoefte aan seksualiteit
Uit onderzoek naar seksuele gezondheid in Nederland blijkt dat er een sterk verband bestaat tussen het hebben van enige vorm van seksuele problematiek en het psychisch welbevinden (Vanwesenbeeck, Zaagsma & Bakker, 2006). Vaak wordt onterecht gedacht dat mensen met een chronische ziekte geen behoefte meer hebben aan seksualiteit. Echter in een onderzoek (Kedde, 2012) geeft twee derde van de mensen met een chronische ziekte of beperking aan behoefte te hebben aan hulp bij seksuele problemen. Positieve seksbeleving kan een gunstig effect hebben op lichamelijke en geestelijke gezondheid (Whipple et al., 2007; Gianotten et al., 2007). Een flink deel van de ouderen is nog seksueel actief, hoewel de nadruk meer komt te liggen op intimiteit dan op lust naarmate de leeftijd stijgt (De Graaf, 2013).
Een flink deel van de ouderen is nog seksueel actief
Waarom een richtlijn?
Verpleegkundig specialisten en diabetesverpleegkundigen hebben een belangrijke taak bij het bespreekbaar maken en in kaart brengen van seksuele problematiek, vooral ook omdat patiënten het onderwerp zelf vaak niet durven aan te kaarten. Maar zorgverleners geven ook aan het moeilijk te vinden om seksualiteit bespreekbaar te maken in de spreekkamer. Ze beschikken niet over voldoende communicatieve vaardigheden en kennis over seksualiteit om dit gesprek aan te gaan. In de richtlijn en toolkit ‘Veranderende seksuele gezondheid’ vinden verpleegkundigen kennis en praktische aanbevelingen hoe je dit gesprek op een goede manier kunt starten en opvolgen.
Praktijkervaringen
Ik merk in de praktijk dat een veilige patiënt/zorgverlener relatie en het normaliseren van seksualiteit, patiënten uitnodigt om over problemen te praten. Iedereen kent wel een patiënt met een erectiestoornis door medicatiegebruik. Vaak krijgen patiënten het advies om medicatie of glijmiddel te gaan gebruiken, maar als je doorvraagt spelen er vaak andere dingen. Onlangs had ik een gesprek met een patiënt die tegen de seks ging opzien omdat zijn vrouw meer behoefte had dan hij. Het voelde als prestatiedrang waar hij niet aan kon voldoen. Hij gaf aan meer van knuffelen en andere vormen van intimiteit te houden dan van de daad op zich. Hij had dit niet uitgesproken naar zijn vrouw. Zodra hij merkte dat zij zin kreeg, slikte hij een PDE-5 remmer om aan de behoefte van zijn vrouw te voldoen. Tot er een keer onverwacht visite kwam terwijl hij al een pil had ingenomen. Hij voelde zich erg opgelaten en ging steeds meer opzien tegen de seks. Samen hebben we besproken hoe hij het gesprek kon aangaan met zijn vrouw.
Wat is seksuele gezondheid?
Mensen denken bij seksuele gezondheid vaak alleen aan seks, maar seksualiteit is veel breder dan dat. Het betekent ook intimiteit, een goed zelfbeeld, liefde en genegenheid. Seksuele gezondheid heeft veel invloed op de kwaliteit van leven.
Stel open vragen
In de toolkit vind je onder meer informatie over het PLISSIT-model, een model om seksuele gezondheid te bespreken. Dit model adviseert om allereerst de patiënt om toestemming te vragen om seksuele gezondheid te bespreken. Het is belangrijk om dit met open vragen te doen. De NHG Standaard Seksuele klachten geeft enkele openingsvragen:
- Bij deze aandoening/klachten hebben sommige patiënten ook seksuele klachten. Herkent u dat?
- Mag ik u iets vragen over seksualiteit/het vrijen/uw relatie?
- Bent u seksueel actief/in hoeverre speelt seksualiteit in uw leven een rol?
- Heeft uw aandoening/behandeling/situatie geleid tot verandering in uw (beleving van) seksualiteit. In hoeverre heeft u daar last van?
Tot slot: niet iedereen is in staat om seksualiteit bespreekbaar te maken, vanwege leeftijd, onervarenheid, of als je zelf een seksueel trauma hebt meegemaakt. Geef dit aan bij de patiënt en maak een afspraak bij een collega diabetesverpleegkundige, huisarts of specialist als je jezelf niet bekwaam voelt.
Waardevolle ervaring

In 2024 zijn de richtlijn en toolkit gelanceerd. Het bijdragen aan de ontwikkeling hiervan vond ik erg waardevol. Ik heb me kunnen verdiepen in het onderwerp ‘Seksuele gezondheid’ en veel geleerd van de begeleiding die we kregen bij het opzetten van de richtlijn en het samenwerken met andere afdelingen binnen V&VN. Met elkaar maak je een bruikbare richtlijn en draag je bij aan kwaliteitsbevordering van ons vakgebied.
Bekijk de richtlijn en toolkit ‘Veranderende seksuele gezondheid’