Hoogtepunten van ATTD 2025

Diabetestechnologie

Van 19 tot en met 22 maart 2025 bezocht ik in een zonovergoten Amsterdam de achttiende editie van de International Conference on Advanced Technologies & Treatments for Diabetes (ATTD). Met maar liefst 134 lezingen op het programma was het lastig kiezen, want het aanbod aan innovatief en relevant onderzoek was groot. Als redactielid van DiabetesPro doe ik in dit artikel verslag van mijn indrukken en inzichten.

Foto: Bram Petraeus

Diabetes- en vasculair verpleegkundige en redactielid DiabetesPro Henny van der Straaten: ‘De ATTD bracht duizenden professionals uit de diabeteszorg samen, waaronder veel diabetesverpleegkundigen uit Nederland. Er werd volop genetwerkt’

Nieuw tijdens de ATTD was een sessie speciaal voor en doordiabetesverpleegkundigen en verpleegkundig specialisten, waaronder veel diabetesverpleegkundigen uit Nederland. Er werd volop genetwerkt en het was prettig om bij de stands van diverse sponsoren even Nederlands te kunnen praten. Op woensdag presenteerden een aantal startups nieuwe ontwikkelingen. In de nabije toekomst gaan apps in samenwerking met glucosesensoren meer voorspellingen doen en adviezen geven. Een scenario waarin een elektrische auto in combinatie met AI en een glucosesensor een persoon met een lage glucosewaarde veilig aan de kant van de weg zet, is dan niet meer ondenkbaar.

Herstel van bètacellen

Diverse lezingen besteedden aandacht aan nieuwe medicamenten, veelal nog in ontwikkeling. Middelen die een herstel van of zelfs vermenigvuldiging van bètacellen laten zien in een laboratoriumsetting. In de Verenigde Staten is het middel teplizumab inmiddels goedgekeurd door de Food and Drug Administration (FDA). De European Medicines Agency (EMA) heeft nog geen registratie afgegeven, maar de onderhandelingen zijn gaande. Hoewel de langetermijneffecten van dit middel nog niet bekend zijn, biedt het hoopvolle perspectieven.

Eilandjes transplantatie

Met gepaste trots volgde ik de presentatie van dr. Eelco de Koning van het LUMC over de resultaten en ervaringen van de eilandjes transplantatie. Deze therapie is nu al beschikbaar voor een geselecteerde groep patiënten. Door een tekort aan donoren is er helaas een wachtlijst van twee tot drie jaar. Tot op heden is niet precies te achterhalen hoeveel eilandjes daadwerkelijk worden getransplanteerd. Na de transplantatie gaat bovendien een deel verloren. Het levenslange gebruik van immunosuppressiva blijft een bezwaar. Na deze therapie heeft de patiënt vaak nog wel een kleine hoeveelheid basale insuline nodig, maar nauwelijks meer hypo’s en onvoorspelbare glucoseschommelingen. Na transplantatie neemt het risico op complicaties flink af. Ook lopen er onderzoeken naar stamceltransplantatie. Dit ziet er veelbelovend uit, maar er zijn meer data nodig.

Glucosesensoren en leefstijlinternventies

De inzet van glucosesensoren is in onze dagelijkse praktijk niet onbekend. Het was waardevol om bevestigd te zien dat het gebruik van glucosesensoren bij leefstijlinterventies en prediabetes een aantoonbaar positief effect heeft op de preventie van diabetes en het bevorderen van een gezonde leefstijl.

Time in tight range

Lang werd de behandeling van diabetes gestuurd op basis van HbA1c. Door de komst van technologie en Automated Insulin Delivery Systems (AID-systemen) is dit verschoven naar Time in Range. Nu blijkt deze techniek zo goed te werken dat het nieuwe behandeldoel Time in Tight Range (TITR) is geworden. Mensen die dit behalen benaderen de normoglykemische range, met nauwelijks hypo’s. Hierdoor wordt de kans op langetermijncomplicaties van diabetes kleiner en is er meer kwaliteit van leven. Er is ook een keerzijde. Uit een onderzoek bleek dat sommige mensen ondanks het gebruik van sensoren toch hypers of hypo’s ervaren die niet worden opgemerkt door het systeem. Dit leidde bij hen tot een verhoogde ervaren last (burden) van de diabetesregulatie. Ook werd de afhankelijkheid van AID-systemen niet door iedereen als positief ervaren.

ISPAD-richtlijnen

De nieuwe ISPAD-richtlijnen 2024 werden uitgebreid toegelicht, met speciale aandacht voor diabetes type 2 bij kinderen en de bijbehorende behandelstrategieën. De richtlijn bevat overzichtelijke stroomschema’s met behandelopties zoals leefstijlinterventie, metformine, GLP-1-agonisten, SGLT2-remmers en het starten van insulinetherapie. De kernboodschap van de presentatie was dat de richtlijn vooral bedoeld is als praktisch handvat, waarbij altijd gekeken moet worden naar wat het beste past bij het individuele kind.

Voor en door diabetesverpleegkundigen

Nieuw tijdens de ATTD was een sessie speciaal voor en door diabetesverpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Zes sprekers uit onder meer de Verenigde Staten, Slovenië en Egypte presenteerden hun onderzoeksresultaten. Eén van de sprekers heeft de glucoseregulatie tijdens klinische opnames geprotocolleerd. Een ander ontwikkelde een trainingsprogramma waarin kinderen op hun eigen niveau leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun glucosemanagement, met actieve betrokkenheid van ouders en verzorgers. Daarnaast werd benoemd dat het laten zien en mogelijk uitproberen met dummy’s van hulpmiddelen zoals pompen en sensoren, minstens zo belangrijk is als emotionele ondersteuning. Het helpt bij het maken van betere keuzes en dit kan grote impact hebben op de regulatie.

Nieuw tijdens de ATTD was een sessie speciaal voor en door diabetesverpleegkundigen en verpleegkundig specialisten

Pijn bij prikken

Zelfs met de kortste pennaalden van 4 mm kunnen kinderen bij pentherapie nog altijd prikpijn ervaren. Hiervoor zijn hulpmiddelen ontwikkeld die de pijnprikkel afleiden door trillingen, al dan niet gecombineerd met koude. Deze zijn online te koop onder de namen shockblokker, Tackle Flex en Buzzy.

Panther program

Aanwezigen uit alle landen herkenden de grote hoeveelheid aan AID-systemen. Daarvoor hebben verpleegkundigen een programma ontwikkeld voor zorgverleners waarmee je snel inzicht krijgt in de werking en verschillen tussen diverse AID-systemen. Ook worden er tips gegeven over het uitlezen van data. Op verzoek kunnen er vertalingen gemaakt worden. Nog niet alle AID-systemen zijn in dit programma opgenomen, maar daar wordt hard aan gewerkt. Dit programma heet PANTHER Program (pantherprogram.org) en is vrij beschikbaar. Op de vraag uit het publiek welke pomp voor welke patiënt het meest geschikt was werd geantwoord: ‘de pomp die de patiënt ook echt gaat gebruiken.’ Met andere woorden: de gebruiker zou leidend moeten zijn in de keuze van een systeem.

Vorig bericht

Scholingsagenda april-augustus 2025

Volgend bericht

Dexcom ONE+ glucosesensor nu vergoed door alle zorgverzekeraars!