Het verdriet rondom een naaste die ongeneeslijk ziek of overleden is, is universeel. Maar daarnaast bepalen ook culturele en religieuze aspecten hoe mensen dit beleven. Hierbij kan het gaan om kleine dingen. Tijdens mijn werk op een interne afdeling binnen een Amsterdams ziekenhuis gedurende de Covid-periode maakte ik het volgende mee.
Toen ik op een avond de afdeling kwam oplopen voor een avonddienst, zag ik dat de familie van een Libanese patiënt die net was overleden in een ingewikkeld gesprek was verwikkeld met de verpleging. Uitvaart was gebeld en kwam om de overledene op te halen. Voor deze Libanese familie was dit in strijd met hun culturele/religieuze rituelen. Volgens hun traditie horen er nog een aantal rituelen bij de overledene verricht te worden in de omgeving waar die overleden is. Pas daarna kan het lichaam in de kist of volgens protocol (tijdens COVID) in een gesloten ondoordringbare lijkzak worden gelegd.
Ik zag dat het gesprek met de familie moeizaam verliep en er heerste een gespannen sfeer. Ik aarzelde of ik me ermee zou bemoeien. Uiteindelijk is er in goed overleg voorgesteld de familie met hun dierbare toegang (conform de covid-regels) te geven tot een ruimte die op dat moment niet in gebruik was. Zo kon dan de kamer van de patiënt schoongemaakt worden zodat er ruimte zou komen om een nieuwe patiënt op te nemen. De familie kon in alle rust afscheid nemen van hun overleden dierbare en hun ritueel verrichten.
De komende maanden ga ik me voor deze column in DiabetesPro verdiepen in (religieuze) rituelen en culturele tradities rondom palliatieve en terminale zorg, en het overlijden van mensen met diverse achtergronden.