‘Maak mondzorg bespreekbaar’. Dat is de oproep van tandarts-geriatrie Claar Wierink aan iedereen die zorg verleent aan mensen met diabetes of een risico op diabetes. Want, door hoge bloedglucosewaarden hebben zij een hoog risico op tandvleesontsteking. Andersom is ook het geval: het HbA1c verlaagt door goede mondverzorging. En daarnaast is het zo dat problemen in de mond een signaal kunnen zijn van nog niet gediagnosticeerde diabetes. Wat kun je als zorgverlener doen als het gaat om mondzorg? Het advies is helder: ‘Wees alert op klachten in de mond bij patiënten, met of zonder de diagnose diabetes, en maak mondzorg bespreekbaar.‘
Diabetes is een bewezen risicofactor voor de ontwikkeling, progressie en ernst van parodontitis, een ernstige vorm van tandvleesontsteking. Aan de andere kant kan parodontitis ook een signaal zijn van diabetes. Uit onderzoek blijkt dat bij mensen met parodontitis grofweg twee keer zoveel diabetes voorkomt dan bekend is bij henzelf en bij de behandelaars. Dit laat ook de recente ACTA-studie zien van Kosho (2022), waaraan 88 tandartspatiënten zonder parodontitis, 61 mensen met lokale parodontitis stage III/IV en 44 mensen met gegeneraliseerde parodontitis stage III/IV deelnamen. Uit een zelfrapportage bleek dat 3,4% van de mensen zonder parodontitis, 9,8% met lokale parodontitis en 9,1% met gegeneraliseerde parodontitis zelf aangaven diabetes type 2 te hebben. Na screening op HbA1c bleken de aantallen aanzienlijk hoger, namelijk respectievelijk 10,2%, 18,3% en 20,5%.
Tijdig signaleren
‘Daarom is signaleren zo belangrijk’, legt Wierink uit. ‘Heeft de patiënt wondjes bij de mondhoeken, dan is er vaak een schimmelinfectie in de mondholte die zich via het speeksel naar de mondhoeken heeft uitgebreid. Heeft iemand afgebroken of loszittende tanden, praat de patiënt wat moeilijk door een pijnlijke tand of kies, zie je veel tandplaque? Ook een slechte adem kan wijzen op diabetes. Dat laatste is voor zorgverleners vaak lastig te benoemen, maar vaak zijn mensen niet beledigd, maar juist blij dat er duidelijkheid komt over de oorzaak.’
Effect van behandeling
Onderzoek laat verder zien dat de behandeling van parodontitis de metabole instelling van diabetespatiënten verbetert. Wierink: ‘Mensen met parodontitis hebben een groot aantal ontstekingen in de ruimtes tussen het kaakbot en het tandvlees, de zogeheten pockets. Als je al die ontstekingen zou kunnen zien op je huid, zou je die direct laten behandelen omdat ze een grote wond vormen. Nu de ontstekingen verstopt zitten in de mond zijn ze minder zichtbaar; daardoor kunnen ze blijven voortwoekeren met impact op de hele gezondheid en dus ook op bloedglucosewaarden.’ Wanneer de ontsteking behandeld wordt, zal de diabetesinstelling verbeteren. Dat laat een uitgebreide literatuurstudie zien van in totaal negen onderzoeken. Door behandeling van parodontitis daalden het HbA1c en de ontstekingswaarden (C-reactief proteïne).
Benadrukken
Wierink: ‘Het is dan ook belangrijk goed voor te lichten waarom dagelijkse mondverzorging en een goede mondgezondheid zo belangrijk zijn. De NHG-richtlijn diabetes mellitus type 2 adviseert patiënten te vragen of zij regelmatig een tandarts bezoeken en bij mensen met diabetes te benadrukken net dat extra stapje te zetten om de mond gezond te houden! Praktijkondersteuners zouden het eigenlijk breder moeten trekken en het gesprek aangaan met vrijwel alle ouderen, zeker nu steeds meer bekend wordt over de relatie tussen mondgezondheid en chronische ziekten.’
Klinische praktijk
Een diabetesverpleegkundige of praktijkondersteuner is vanzelfsprekend geen tandarts en het ontbreekt vaak aan tijd. Daarom is een tool ontwikkeld om mensen eenvoudig op parodontitis te screenen via een online calculator op parodontitisscreening.nl. Daarnaast adviseert Wierink (diabetes)zorgverleners een netwerk op te bouwen voor advies en doorverwijzing. ‘Weet naar wie je je patiënten kunt doorverwijzen. Dit geldt zeker voor ouderen die langere tijd niet naar een tandarts zijn geweest doordat zij afhankelijk worden van anderen door afname van zelfzorg en/of afname van mobiliteit, vanwege angst of om andere redenen. Regionaal ontstaan netwerken tussen mondzorgverleners en de eerstelijnszorg; het is een uitdaging dat ook in de tweede lijn te realiseren, het is zeker de moeite waard.’
Dr. Claar van der Maarel-Wierink behaalde haar tandartsdiploma in 2003 aan het ACTA. In 2007 rondde zij haar opleiding tot tandarts-geriatrie af aan het UMC St Radboud en promoveerde in 2013. Vervolgens startte zij MondVitaal, een tandartspraktijk met speciale aandacht voor kwetsbare ouderen. Daarnaast is zij werkzaam als universitair docent aan het ACTA en is zij voorzitter van de opleidingscommissie van de differentiatieopleiding tandarts-geriatrie bij de BT-Academy in Amsterdam.