Ruim 2,5 miljoen volwassenen in Nederland zijn laaggeletterd. Dit is een aanzienlijk deel van de bevolking. Veel mensen zijn goed in het maskeren van hun laaggeletterdheid waardoor ze niet altijd de informatie krijgen die ze nodig hebben om hun aandoening goed te begrijpen. Hoe herken je laaggeletterdheid en hoe kun je deze mensen tegemoetkomen?
Laat ik eerst omschrijven wat we verstaan onder geletterdheid verstaan. Geletterdheid is de competentie tot het verwerven, verwerken en binnen de juiste setting gebruiken van informatie. Dit betekent dat mensen kunnen omgaan met taal, cijfers en grafische gegevens, en digitale vaardigheden beheersen.
Wanneer spreken we van laaggeletterdheid?
Laaggeletterdheid betekent dat iemand moeite heeft met lezen, schrijven en/of rekenen. Mensen hebben vaak een beperkte woordenschat bij het spreken. Dikwijls hebben mensen ook beperkte digitale vaardigheden. Bij laaggeletterden is er niet altijd sprake van analfabetisme. Een laaggeletterde kan meestal wel lezen en schrijven, alleen niet goed genoeg om alles goed te begrijpen en mee te doen in de samenleving.
Verschil laaggeletterdheid en taalbarrière
Anderstaligen zijn niet per definitie laaggeletterd. In veel gevallen beheerst men een andere taal op goed niveau. Wel kan er soms sprake zijn van een taalbarrière.
Prevalentie laaggeletterdheid
Ruim 2,5 miljoen volwassenen in Nederland zijn laaggeletterd. Deze mensen hebben moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Van hen bevinden 1,8 miljoen mensen zich in de leeftijd van zestien tot 65 jaar en bijna 740 duizend zijn 65-plussers. Twee van de drie laaggeletterden zijn autochtone Nederlanders. Risicogroepen zijn: laagopgeleiden, ouderen en niet-westerse eerste generatie migranten.
Welke problemen ervaren laaggeletterden?
Laaggeletterden kunnen vaak de informatie over hun ziektebeeld en medicatiegebruik niet begrijpen. Dit kan resulteren in:
- Niet juist gebruik van medicatie.
- Slechtere ervaring van gezondheid, zowel fysiek als mentaal.
- Meer gebruikmaken van de huisartsenzorg.
- Minder gebruikmaken van preventieve – en nazorg.
- Lage eigen-effectiviteit. Hierdoor wordt er minder aan zelfmanagement gedaan.
Hoe kun je laaggeletterdheid herkennen?
Alle laaggeletterde mensen zijn anders en zullen zich anders presenteren. Onderstaande punten kunnen mogelijk op laaggeletterdheid duiden:
- Niet verschijnen of te laat komen op een afspraak.
- Onjuist gebruik van medicatie.
- Het vermijden van lees- en schrijfsituaties.
- Niet kunnen bijhouden van bijvoorbeeld eetlijsten, dagcurves etc.
- Snel boos worden door onmacht en minderwaardigheidsgevoelens als iemand vragenstelt die niet direct begrepen worden.
- Nooit een vraag stellen of altijd dezelfde vraag stellen.
- Onzekerheid en schaamte.
- Joviaal gedrag met als doel de beperkte vaardigheden te verbergen.
- Het bedenken van smoezen.
- Gebrek aan inzicht in het ziektebeeld en beperkte gezondheidsvaardigheden.
Wat zijn gevolgen van laaggeletterdheid?
- Mensen begrijpen de mondelinge informatie niet die ze van de behandelaar of apotheker krijgen. Mensen begrijpen vaak onvoldoende waarom ze een bepaald geneesmiddel moeten gebruiken.
- Mensen hebben moeite om de informatie in de bijsluiter en op het etiket te begrijpen en toe te passen.
- Verandering van het uiterlijk van medicatie of de verpakking leidt tot verwarring. Hierdoor weten mensen niet meer hoe ze de medicijnen horen te gebruiken, met alle gevolgen van dien.
- Chronisch zieke mensen stoppen soms onterecht met de medicatie wanneer zij geen klachten meer hebben.
- Er is sprake van lage eigen-effectiviteit.
Hoe kun je laaggeletterde mensen tegemoet komen?
Wees Bewust van laaggeletterdheid, toon Begrip, wees Betrokken en wees Belevingsgericht (probeer je in te leven).
- Inventariseer wat de taal- en geletterdheidniveau is van de patiënt.
- Spreek gewoon Nederlands.
- Gebruik tips en adviezen die voor de patiënt haalbaar zijn.
- Stel open vragen.
- Geef opdrachten en kom hierop terug.
- Leg geen nadruk op wat fout is en benadruk wat goed is.
- Vat het consult samen of vraag, bij voorkeur, of de patiënt dit zelf wil doen.
- Gebruik de terugvraagmethode.
- Vermijd beeldspraak.
De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld
(Filosoof Ludwig Wittgenstein (1889 – 1951)
Bronnen: www.pharos.nl / www.knmp.nl / www.nivel.nl / www.lezenenschrijven.nl / www.rijksoverheid.nl / www.diabetesfederatie.nl