Sinds november 2013 zijn diabetesverpleegkundigen voorschrijfbevoegd, mits ze aan de juiste opleidingseisen voldoen. Hiermee bekleden wij samen met de gespecialiseerde verpleegkundigen oncologie, astma en COPD een uitzonderingspositie binnen de verpleegkundige beroepsgroep. Hoe kijkt verpleegkundig specialist Nicole la Croix terug op het behalen van deze mijlpaal? En hoe zouden diabetesverpleegkundigen hun farmacologische vakkennis op peil moeten houden? We vroegen het aan diabetesverpleegkundige Sonja Goedemondt en apotheker en opleider Prem Adhien.
Op de dag dat ik afscheid nam als bestuursvoorzitter van de EADV werd officieel bekend gemaakt dat diabetesverpleegkundigen voorschrijfbevoegdheid zouden krijgen per 1 februari 2014’, zegt Nicole la Croix. ‘Het voelde als een beloning voor al het werk dat we hadden verzet om dit geregeld te krijgen.’ La Croix was van 2007 tot 2013 voorzitter van bestuur van de EADV, de Eerste Associatie voor Diabetesverpleegkundigen, het huidige V&VN Diabeteszorg. Momenteel werkt ze als verpleegkundig specialist in het Spaarne Ziekenhuis. ‘Toen ik in 2007 aantrad als bestuursvoorzitter was de aanvraag voor voorschrijfbevoegdheid al in gang gezet’, schetst La Croix. ‘Ik dacht dat we dit varkentje wel even zouden wassen maar uiteindelijk heeft het mijn hele bestuursperiode in beslag genomen.’
HIAAT IN DE WET
In die tijd was de V&VN dossierhouder van de aanvraag van voorschrijfbevoegdheid voor drie gespecialiseerd verpleegkundigen: oncologie-, longen diabetesverpleegkundigen. De EADV opereerde destijds nog als zelfstandige beroepsvereniging voor diabetesverpleegkundigen. La Croix: ‘Voor het dossier ‘voorschrijfbevoegdheid’ werkten we samen met de V&VN. Dat we de voorschrijfbevoegdheid kregen lag in lijn met de praktijk. Er was een taakverschuiving gaande waarbinnen diabetesverpleegkundigen al langer adviezen gaven over diabetesmedicatie en/of de aanpassingen daarvan. Officieel waren we daar niet toe bevoegd. Er zat dus een hiaat tussen de praktijk en de wet.’
WETSVERANDERING
‘We zaten in die tijd om de tafel met het ministerie van VWS (Volkshuisvesting, Welzijn en Sport) om de voorschrijfbevoegdheid geregeld te krijgen. Ik heb kunnen ervaren dat dit een traag proces is. Een wet wijzigen heeft meer voeten in de aarde dan ik had verwacht. Bovendien was het voor ons prioriteit, maar voor VWS één van de zovele dossiers. Om te laten zien dat wij serieus waren en de verantwoordelijkheid wilden nemen, is vooruitlopend op de voorschrijfbevoegdheid de farmacotherapie nascholing ontwikkeld in samenwerking met verschillende hogescholen. We hadden op dat moment nog geen garantie dat we de voorschrijfbevoegdheid daadwerkelijk zouden krijgen maar toch volgden veel diabetesverpleegkundigen de modules al voordat de wet erdoor was. Dit zegt iets over de professionaliteit van diabetesverpleegkundigen en laat zien dat we ons vak serieus nemen.’
OVERGANGSREGEL TOT 1 JANUARI 2016
Inmiddels is farmacotherapie een vast onderdeel van de post-hbo-opleiding tot diabetesverpleegkundigen. La Croix: ’Om te voorkomen dat diabetesverpleegkundigen die oorspronkelijk niet geschoold waren in farmacotherapie, de volledige post-hbo-opleiding zouden moeten volgen om voorschrijfbevoegd te worden, hebben we een overgangsregeling kunnen treffen met het ministerie. Hierin kregen ze tot 1 januari 2016 de gelegenheid de door VWS aangewezen module farmacotherapie voor diabetesverpleegkundigen te volgen.’
CONFORM RICHTLIJNEN
De voorschrijfbevoegdheid moet vermeld staan in het BIG-register. Indien je gebruik hebt gemaakt van de overgangsregeling dan heb je hiervoor een aantekening voor voorschrijfbevoegdheid laten opnemen in het BIG-register. Iemand die deze aantekening niet heeft, is niet voorschrijfbevoegd. Daarnaast kun je een AGB-code aanvragen bij vektis.nl. Deze heb je nodig voor het indienen van declaraties. Tot slot is het belangrijk dat de protocollen, richtlijnen en verwerking van de recepten binnen je instelling op orde zijn. Als diabetesverpleegkundige mag je in tegenstelling tot een arts alleen glucoseregulerende medicatie voorschrijven conform de protocollen en richtlijnen. Het moet binnen je instelling zijn geregeld wat je mag voorschrijven en hoe je dit doet. Sonja Goedemondt is bestuurslid bij V&VN Diabeteszorg en werkt sinds vijf jaar als kinderdiabetesverpleegkundige bij het Julianakinderziekenhuis in Den Haag. Ze zegt: ‘Ik bespreek eens per drie jaar met de kinderarts welke medicatie ik voorschrijf en binnen welke kaders ik dit doe. Als mijn kennis up-to-date is, krijg ik een stempel van de arts en de apotheker van het ziekenhuis.’
GEEN NASCHOLINGSEISEN
Er zijn geen nascholingseisen verbonden aan het behouden van je voorschrijfbevoegdheid, zolang je maar in het BIG-register staat. In het BIG-register gaat het om werkervaringseisen en niet om deskundigheidsbevordering. Apotheker en docent Prem Adhien betreurt dit: ‘Bij andere beroepsgroepen zoals artsen en apothekers worden eisen gesteld aan het up-to-date houden van de kennis. Ik vind dat ook diabetesverpleegkundigen hun farmacologische kennis eens per drie à vijf jaar zouden moeten herhalen; om je kennis op te frissen, nieuwe inzichten te krijgen en geïnformeerd te worden over nieuwe richtlijnen en medicijnen.’ Adhien was vanaf het eerste uur betrokken bij de ontwikkeling farmacotherapiescholing. Ook nu nog biedt hij meerdere nascholingen aan. ‘Nadat de farmacotherapiescholing in de reguliere post-hbo-opleiding was geïntegreerd, kregen we van meerdere diabetesverpleegkundigen met voorschrijfbevoegdheid het verzoek een nascholing op te zetten. Ze gaven aan behoefte te hebben aan herhaling en actualisatie van hun farmacologische kennis.’
OP DE HOOGTE ZIJN
Alhoewel farmaco-nascholing niet verplicht is, gaat Goedemondt dit najaar waarschijnlijk voor de derde keer de DESG V&VN Diabeteszorg Farmaco nascholing volgen. ‘Als kinderdiabetesverpleegkundige schrijf ik vooral insuline en glucagon voor. Ik wil daarnaast ook op de hoogte zijn van de ontwikkelingen rondom de GLP1’s, ook voor de jongeren met diabetes type 2 en obesitas, die we helaas steeds vaker zien in de praktijk. Daarbij komt dat ik momenteel een stagiaire begeleid en dan wil ik, ook al schrijf ik veel medicatie niet voor als kinderdiabetesverpleegkundige, geïnformeerd zijn over de nieuwe ontwikkelingen en richtlijnen.’
CASUÏSTIEK
Prem Adhien is een van de docenten bij de DESG V&VN Diabeteszorg Farmaco. Deze nascholing is ontwikkeld door de V&VN Diabeteszorg en de DESG (Diabetes Education Study Group) en wordt aangeboden door de NVE Academy (Nederlandse Vereniging voor Endocrinologie). De scholing bestaat uit twee delen: een e-learning en een live middag waarin casuïstiek besproken wordt. Om deel te kunnen nemen aan de live middag is het een vereiste eerst de e-learning te hebben afgerond. Voor de live middag kunnen de deelnemers hun eigen casus indienen. Hieruit worden enkele casussen geselecteerd en deze worden besproken onder begeleiding van internist-endocrinoloog Nel Duijvestijn, een diabetesverpleegkundige en Prem Adhien. Hij zegt: ‘Dit is een goede formule gebleken omdat de deelnemers dan naar huis gaan met veel kennis over een door henzelf ingebrachte casus. Bovendien leren de deelnemers veel van elkaar. De laatste keer werden bijvoorbeeld enkele casussen ingebracht van patiënten die enorme hoge dosissen insuline gebruikten. Naar aanleiding hiervan heeft Nel Duijvestijn de problematiek rondom insulineresistentie nog eens gedetailleerd uitgelegd. Uit de reviews bleek dat dit erg werd gewaardeerd.’
MEER DAN DIABETESMEDICATIE
Diabetes kan gepaard gaan met comorbiditeit. Daarom is het belangrijk dat diabetesverpleegkundigen naast diabetesmedicatie ook kennis hebben van middelen die gegeven worden bij een hoge bloeddruk of een verhoogd cholesterol, meent Adhien. ‘Medicijnen die naast elkaar worden gebruikt, kunnen andere bijwerkingen geven of met elkaar interacteren. Er zijn ook combinaties van middelen die je niet samen mag voorschrijven. Diabetesverpleegkundigen mogen deze medicatie niet voorschrijven maar het is essentieel dat ze de bijwerkingen en interacties kennen. Diabetesverpleegkundigen zijn de ogen en oren van de arts. Dat wat patiënten misschien niet tegen de dokter zeggen, zeggen ze wel tegen de diabetesverpleegkundige, omdat deze zorg laagdrempeliger is.’
KINDERGENEESKUNDE
‘Ik vind het belangrijk om mijn farmacologische kennis op peil te houden met nascholingen’, zegt Goedemondt. ‘Waar ik nog wel behoefte aan zou hebben is een nascholing die meer is gericht op de medicatie van kinderen met diabetes. Veel farmaco-nascholingen zijn nu vrij algemeen en ik zou me graag verder willen verdiepen in mijn vakgebied binnen de kindergeneeskunde.’
DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING
Momenteel worden er dus geen nascholingseisen gesteld aan de voorschrijfbevoegdheid van diabetesverpleegkundigen. Echter, als ingeschrevene in het Kwaliteitsregister V&V committeer je je aan het behalen van tenminste veertig accreditatiepunten iedere vijf jaar. Hiermee toon je voor jezelf, je werkgever en eventuele toekomstige werkgevers aan dat je investeert in deskundigheidsbevordering. Als diabetesverpleegkundige zul je deze punten halen binnen het deskundigheidsgebied Diabeteszorg.