Mensen met lage gezondheidsvaardigheden hebben hoger zorggebruik

01 december 2021

Patiënten onthouden slechts 20 tot 40% van wat zorgverleners zeggen tijdens een consult. Hoe meer informatie wordt verteld, hoe minder dit (correct) wordt onthouden (Pharos). In dit artikel beschrijft Anita Wildeboer, verpleegkundig consulent diabetes en onderzoeker, de resultaten van haar promotieonderzoek aan het UMCG/RUG.

Noot van de redactie: Op 18 mei 2022 promoveerde Antia Wildeboer op het onderzoek ‘Focus on functioning in person-centered nurse-led diabetes care’.

Van veel patiënten wordt verwacht dat zij hun chronische aandoeningen zelf managen. Echter niet alle patiënten zijn daartoe in staat. Bijvoorbeeld vanwege beperkte kennis en/of gezondheidsvaardigheden. Gezondheidsvaardigheden zijn ‘de vaardigheden van individuen om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheid gerelateerde beslissingen’(1). De Engelse term voor gezondheidsvaardigheden is ‘Health Literacy’(2). In Nederland is 36,4% van de volwassenen onvoldoende of beperkt gezondheidsvaardig (3). Het is voor zorgverleners echter niet altijd duidelijk of er sprake is van beperkte gezondsheidsvaardigheden. Dat kan komen doordat  patiënten zich er zelf niet van bewust zijn of omdat zij zich er voor schamen het te zeggen. Daarnaast overschatten zorgverleners de gezondheidsvaardigheden van hun patiënten soms.  Hierdoor kan een mismatch ontstaan tussen de zorgbehoeften van patiënten en geleverde zorg (4). 

Effect van gezondheidsvaardigheden

Wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat beperkte gezondheidsvaardigheden geassocieerd zijn met slechte gezondheidsuitkomsten en meer zorggebruik (5). Toenemend zorggebruik kan voortvloeien uit een behoefte aan zelfmanagementondersteuning of medische zorg. Om zo goed mogelijk kwalitatief hoogwaardig en persoonsgerichte zorg te verlenen aan patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM2), onderzochten wij de invloed van beperkte gezondheidsvaardigheden en andere patiëntfactoren op het zorggebruik (6). We keken onder andere naar het verschil in zorggebruik tussen patiënten met voldoende en beperkte gezondheidsvaardigheden. Ook onderzochten we het effect van gezondheidsvaardigheden op zorggebruik, gecontroleerd voor verschillende patiënt factoren.

Methodes

We voerden in 2020 een cross-sectionele studie uit in twee huisartspraktijken in Drenthe die tezamen zorg verlenen aan ongeveer 1500 patiënten met DM2. Mensen die wilden meedoen aan de studie gaven vooraf toestemming om (anoniem) persoonlijke gezondheidsinformatie te mogen gebruiken. We gebruikten een gevalideerde korte vragenlijst (7) om de mate van gezondheidsvaardigheden te bepalen: ‘Hoe vaak heeft u hulp nodig van iemand bij het lezen van gezondheidsinformatie?’ ‘Hoe zeker bent u ervan dat u medische formulieren zelf kunt invullen?’ ‘Hoe vaak vindt u het moeilijk meer te weten te komen over uw gezondheidssituatie, bijvoorbeeld door het begrijpen van schriftelijke informatie?’. 

Patiënten vulden ook de Patient Activation Measure (PAM-13)(8) in, een gevalideerde vragenlijst die de zelf gerapporteerde kennis, vaardigheden en vertrouwen in zelfmanagement meet.

‘Zorggebruik’ was geoperationaliseerd als het aantal consulten met een van zorgverleners in de huisartsenpraktijk, thuis, telefonisch of per email, gedurende het laatste jaar. Het maken van een afspraak of een verzoek om een herhaalrecept werden niet meegeteld.

Andere gezondheidsgerelateerde factoren die we in de studie gebruikten waren: duur van DM2, HbA1c; Body Mass Index; bloeddruk; diabetescomplicaties en medicatiegebruik. 

Resultaten

In totaal deden 352 patiënten mee aan de studie. Daarvan hadden 107 deelnemers beperkte gezondheidsvaardigheden (30.4%). Vergeleken met patiënten met voldoende gezondheidsvaardigheden waren de patiënten significant ouder (p=0.008), hadden lagere PAM scores (p<0.001), en gebruikten meer medicatie (p<0.001). Het totale zorggebruik van patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden varieerde van 10 tot 26 consultaties, met een mediaan van 18 consultaties per jaar. Dat wil zeggen dat de helft van deze patiënten 18 maal per jaar contact hadden met de zorgverlener. In tegenstelling tot mensen met voldoende gezondheidsvaardigheden (p< 0.001). Zij maakten minder gebruik van zorg variërend van 8 tot 19 maal per jaar, met een mediaan van 12.    

De analyses lieten verder zien dat overwegend gezondheidsgerelateerde patiëntfactoren gerelateerd konden worden aan het zorggebruik. Hiervan was ‘medicatiegebruik’ het sterkste gerelateerd aan zorggebruik.  

De resultaten van deze studie impliceren dat zorgverleners het zorggebruik van patiënten (indirect) beïnvloeden

Discussie

De resultaten van deze studie impliceren dat zorgverleners het zorggebruik van patiënten (indirect) beïnvloeden vanwege hun rol als ‘voorschrijver’. Gegeven het feit dat patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden moeite hebben met begrijpen van (geschreven) informatie (bijvoorbeeld met betrekking tot gebruik van medicatie) zijn zij in hoge mate afhankelijk van de uitleg van hun zorgverlener. Als de zorgverlener niet weet dat de patiënt de uitleg niet begrijpt, kan het gebeuren dat instructies niet goed worden opgevolgd. Het niet opvolgen van de juiste instructies kan leiden tot meer zorggebruik. De resultaten van deze studie benadrukken daarom het belang van bewustwording van zorgverleners ten aanzien van mogelijk beperkte gezondheidsvaardigheden van hun patiënten. Voor deze patiënten is eenvoudige schriftelijke of visuele informatie mogelijk meer geschikt.

Bronnen

1 M. Heijmans, A. Brabers & J. Rademakers, Health Literacy in Nederland. Utrecht: Nivel, (2018)
2 K. Sørensen, S. Van den Broucke, J. Fullam, G. Doyle, J. Pelikan, Z. Slonska, H. Brand, Health literacy and public health: A systematic review and integration of definitions and models, BMC Public Health. (2012).
3  Health Literacy werd gemeten met de Nederlandse vertaling van de HLS-EU -16 vragenlijst (Bron: HLS-EU-Q. Measurement of health literacy in Europe: HLS-EU-Q47; HLS-EU Q16; The HLS-EU Consortium 2012 of www.health-literacy.eu)
4 Monique Heijmans & Jany Rademakers, Gezondheidsvaardigheden en de mismatch tussen de patient en de zorgomgeving., Den Haag; The Netherlands, 2020. https://oefenen.nl/kennisbank/leren-in-de-educatie/
5 N.D. Berkman, S.L. Sheridan, K.E. Donahue, D.J. Halpern, K. Crotty, Low health literacy and health outcomes: An updated systematic review, Ann. Intern. Med. (2011).
6 Anita T. Wildeboer, Hillegonda A. Stallinga, Petrie F. Roodbol, Pieter U. Dijkstra, Evelyn J. Finnema. The effect of health literacy in patients with diabetes type 2 on health services use in primary care. Submitted in Primary Care Diabetes. (2021). 
7 L.D. Chew, K.A. Bradley, E.J. Boyko, Brief questions to identify patients with inadequate health literacy, Fam. Med. (2004).
8 J.H. Hibbard, E.R. Mahoney, J. Stockard, M. Tusler, Development and testing of a short form of the patient activation measure, Health Serv. Res. 40 (2005) 1918–1930.

Ard Oppeneer schreef kwaliteitsverbeterplan over het bespreekbaar maken van seksualiteit in de spreekkamer

25 jan 2024

Gender en diabetes. Doet het ertoe?

26 okt 2023

Nederlands onderzoek naar impact van rt CGM op kwaliteit van leven

28 sep 2023

Inloggen